Winnaar Leespluim van de maand oktober 2012:
Bij ons in de straat
door Koos Meinderts met illustraties van Annette Fienieg, uitgeverij Lemniscaat.
Hier volgt het juryrapport van Leespluimjuryvoorzitter Herman Kakebeeke.
Hoeveel vrolijker zouden onze straten eruit zien als makers van bestemmingsplannen en leden van welstandscommissies zich hadden verdiept in het standaardwerk voor straatplanning ‘Bij ons in de straat’ van Koos Meinderts. Geen sprake meer van saaie eenvormigheid maar een verrassende mengelmoes van bouwstijlen. In zo’n straat hoef je niet meer te gissen naar achtergrond, beroep of liefhebberij van je buren. Laat me je huis zien en ik zal zeggen wie je bent!
Tien bewoners van ‘onze straat’ typeert Koos Meinderts in korte vierregelige versjes (behalve de bewoonster van nummer 1, die krijgt er zes. Maar die is dan ook koningin). En het moet gezegd, het is een niet-alledaags gezelschap dat de nummers 1 tot en met 10 bewoont. Na de koningin volgen: Arie B., Mooie Molly, Kleine Jantje Hens aan Dek, een Vluchteling van Ver, Cowboy Henkie, Tante Truitje Wollepluis, Af-en-Toe, Alie Kruik en ten slotte Kokkiewokkie.
De rijmende portretjes van de tien bewoners hebben Annette Fienieg geïnspireerd tot getekende pasfoto’s en tot de constructie van tien unieke bouwsels. Zo woont Tante Truitje Wollepluis met haar poezen in een zelfgebreid huis; Kleine Jantje Hens aan Dek woont in de stoomboot Nimmerlek met planten op het dek en een vogelkooi aan de boeg. Wel heel wonderlijk is het huis van Alie Kruik, een viswijf met een staart. Ze zit in een reusachtige vissenkom waarin de goudvissen om haar heen zwemmen.
Op de slotpagina nog eens alle bewoners in een portrettengalerij, elk in een passende omlijsting. Maar wie is toch die elfde, die man met een bril en een pen achter zijn oor? Een goede gelegenheid om allen nog eens de revue te laten passeren. Eigenlijk is deze straat met maar tien huisnummers veel te kort. Maar wat let u? Bedenk zelf een huis, passend bij wie u bent. En anders begint u het boek opnieuw te lezen. De direct aansprekende versjes en de illustraties met hun grappige details verdienen het.