De versjes voor jonge kinderen in deze aantrekkelijke bundel ademen geborgenheid, warmte en veiligheid. Vanuit het gezichtspunt van een kind worden tal van zaken berijmd waar je als kind mee te maken hebt. Verdriet, teleurstelling, spel, eten, bedtijd, de speeltuin… 

Je wilt wel eens horen van papa waarom je bent geboren. En als het antwoord wat tegenvalt vraag je het aan mama. Hoe blij kun je zijn als je jarig bent? De pakjes zijn blij, de zon schijnt blij, de slingers en de taart zijn blij. Mama zei mama tegen oma. Hoe kan het toch dat ze het verschil niet ziet tussen mama’s en oma’s? Hoe zou het zijn om op een wolk te liggen en beneden papa te zien? En het is zo moeilijk om te weten wie de liefste is; papa, mama, oma of opa? Maar mama heeft het antwoord, zij weet wie liever dan de liefste is!

Oma is dood. Als ik een reus was zou ik papa op schoot nemen om hem te troosten en zeggen ‘huil maar gerust’. Papa kijkt naar mijn gemorste eten, houdt zijn mond en dekt de tafel op de grond. O, wat is het lekker om lekker lui te liggen lanterfanten bij mama. En dan is het zeven uur, half acht. Kom maar binnen zegt de nacht. De dag is voorbij. Er is gehuild, gelachen en gespeeld. 

De tekeningen bij de versjes bevestigen de warme sfeer en laten met humor de emoties zien in steeds weer andere dieren met menselijke trekjes. Het is een prettig boek om in de opvang met peuters en kleuters te lezen en te bekijken. De korte versjes bieden stof tot praten, humor en herkenning.

Boekgegevens

Koop dit boek Juryrapport