Winnaars 2012

Januari

Als we de berichten in de media mogen geloven, duurt het niet lang meer of de wolf komt ons land binnen. Terecht of niet, wolven hebben een slechte reputatie. Denk maar aan ‘De wolf en de zeven geitjes’ en ‘Roodkapje’ of, wat dichter bij onze tijd, aan ‘Van Wisjni naar Wosjni’ van Annie M.G. Schmidt. Maar zie, daar is Rolf - inderdaad, rijmt op wolf – en hij is, dat zegt mevrouw Bodde zelf, een lief wolfje.

April

U heeft er wellicht wel eens een gezien in een museum: een grote antieke kast, zoals er wel meer zijn, maar als je de deuren opent zie je geen planken met servies- of linnengoed, maar een compleet ingericht herenhuis, van kelder tot zolder, in miniatuur. Tot in de kleinste details zie je de hele inventaris zoals die in de huizen van welgestelde burgers aanwezig was. Een kostbaar bezit, zo’n poppenhuis.

Juli

Lief, schattig, aardig, vertederend, aandoenlijk, snoezig, hartveroverend en noem nog maar een aantal soortgelijke adjectieven op, ze zijn allemaal van toepassing op de foto’s in dit boek. Nog preciezer gezegd: ze passen stuk voor stuk bij de twee ijsberen die er een rol in spelen: mama ijsbeer en haar zoontje Vicks.

Oktober

Hoeveel vrolijker zouden onze straten eruit zien als makers van bestemmingsplannen en leden van welstandscommissies zich hadden verdiept in het standaardwerk voor straatplanning ‘Bij ons in de straat’ van Koos Meinderts. Geen sprake meer van saaie eenvormigheid maar een verrassende mengelmoes van bouwstijlen. In zo’n straat hoef je niet meer te gissen naar achtergrond, beroep of liefhebberij van je buren. Laat me je huis zien en ik zal zeggen wie je bent!

Februari

De chauffeur van het rode bestelbusje Rapido voert een laatste controle uit. Hij heeft een hele lijst bestellingen af te leveren, grote en kleine pakketten, van een bank tot een kleerhanger. Dan kan hij zijn rit aanvangen die hem op allerlei plaatsen in de stad zal brengen. Om te beginnen bij de haven waar de veerboot net binnenkomt.

Mei

‘Dit boek niet in een boom gooien a.u.b’, staat er waarschuwend achter op het omslag. Geen overbodige waarschuwing zoals u al snel zult merken. En het begint zo onschuldig. Fred, een sprietig jongetje met sluik haar is aan het vliegeren en op een gegeven ogenblik komt zijn vlieger vast te zitten in een boom.

Augustus

Geef het maar toe, u hebt als uw kleuter met het zoveelste verhaal kwam aanzetten, net als u met iets, uiteraard heel belangrijks, bezig was, dat ook wel eens afgedaan met een nietszeggende of irrelevante opmerking. Maar zo erg als de ouders van Maartje het maken...

November

Een eigen veilig plekje, of het nu een huis, een hol, een hut of een nest is, daar heeft iedereen behoefte aan. Zowel mensen als dieren. Mol heeft zo’n plekje, een knus, warm, droog holletje. Aap ook, boven in een boom, met het mooiste uitzicht van de wereld. Maar het blijft een krakkemikkig bouwsel waar de regen vrij toegang heeft.

Maart

Ongetwijfeld hebt u al begrepen dat deze titel geschreven is in de Piripu-taal. Als u destijds op school geen les in deze taal hebt gekregen, staat u met een mond vol tanden. Tenminste, dat zou je denken, maar niets is minder waar. Want zoals het een goed prentenboek betaamt, is ook hier een onlosmakelijk verband tussen tekst en illustratie.

Juni

Aan dieren geen gebrek in de prentenboekenwereld. Beren, muizen, eenden, vossen, vissen, ezels, lieveheersbeestjes, maar spinnen... die zijn er vrij zeldzaam. Zijn het die acht wriemelende pootjes die vaak een schrikreactie oproepen? Misschien beseffen we te weinig hoezeer het gevoelsleven van een spinnetje lijkt op het onze, van kinderen in het bijzonder.

September

Er valt niet aan te ontkomen, als zwarte schaap in een kudde witte schapen val je op. En als je opvalt word je al gauw mikpunt van plagerijen. Hoeveel roodharige kinderen hebben dat niet aan den lijve ondervonden.. Nog een stap verder en het schaap wordt zondebok. Zo vergaat het Schaap, inderdaad zwart, in dit verhaal.

December

Donker, duister, nacht, zwart, woorden die een sfeer op roepen waarbij een kind zich niet op zijn gemak voelt. Zelfs een donkere plek in een verlichte ruimte kan al bedreigend overkomen. Denk maar aan het donker onder het bed. Er zullen maar weinig kinderen zijn die het donker juichend tegemoet treden. We zouden eens moeten inventariseren welke hulpmiddelen ouders gebruiken om de verschrikkingen van het donker te bezweren.